“Op ‘de plek der moeite’ ontstaan de mooiste ideeën”

Het onderwijs meer praktijkgericht maken en het leerwerkklimaat binnen zorgorganisaties versterken. Het doel? Meer zorgpersoneel aantrekken en behouden, voor nu én voor de toekomst.

Cruciaal hiervoor is dat zowel onderwijs- en zorgorganisaties blijven leren en ontwikkelen. Leidinggevenden spelen hierin een belangrijke rol. Jooske Timmermans MEL was tot voor kort teammanager bij het Regio College . Zij zette een team op waarin mensen elkaar aanvullen, kritisch durven zijn en discussie kunnen voeren. “Als leidinggevende moet je dus ook open en kwetsbaar durven zijn. Het gesprek aangaan. Ook als het moeilijk is.”

Jooske heeft, zoals dat zo mooi heet ‘de pensioengerechtigde leeftijd bereikt’. Ze heeft voor de zomervakantie afscheid genomen en de twee teammanagers die haar taken in Purmerend en Zaandam gaan overnemen ingewerkt.

Jooske heeft haar opleidingsteam destijds samengesteld met een aantal heldere doelen voor ogen. Het moest een open en transparant team worden, met een aanspreekcultuur waarin collega’s elkaar tegelijk ook liefdevol kunnen begrenzen. En heel belangrijk; ze wilde graag een heterogeen team. Daarom selecteerde ze collega’s die elkaar aanvullen op expertise en persoonlijkheid. “Juist door die verschillen krijg je een team van mensen die elkaar kritische vragen durven te stellen. Met elkaar de discussie durven en kunnen voeren. Dan kun je als team continu leren en kwaliteit leveren”, licht Jooske toe.

De plek der moeite
Die discussie, noemt Jooske ook wel ‘de plek der moeite’. “Dat is wanneer je met elkaar in een situatie komt waarin je niet meteen weet wat de oplossing is”, legt Jooske uit. Je moet dan echt met elkaar om tafel om te verkennen wat er aan de hand is, wat de mogelijkheden zijn en welke wegen je kunt bewandelen. Juist dan ontstaan de mooiste ideeën.”

Op ‘de plek der moeite’ houdt Jooske zich als teammanager op de achtergrond. “Het belangrijkste is dat je als teammanager goed zicht houdt op wat het team nodig heeft en welke ondersteuning je kunt bieden. Dat betekent dus goed kijken en luisteren, vragen stellen. Om vervolgens bijvoorbeeld die extra handen te regelen, of andere randvoorwaarden te scheppen. Zo vul je de gekozen weg samen met het team in.”

Project Proeftuinen
Jooske geeft het project Proeftuinen met de Zorgcirkel als sprekend voorbeeld. In de Proeftuinen stond praktijkleren centraal en draaide alles om de student/medewerker. “De leervraag is dus leidend, en dat was nieuw”, aldus Jooske.

Samen met het private opleidingsinstituut OPPstap, en onder begeleiding van LWWL initiatiefnemer en adviseur Wilma Zwijnenburg ging ze ervoor. “We stelden een projectteam samen met collega’s waar volgens ons op dat moment het grootste lerend vermogen zat. Een team waarin mensen elkaar aanvullen en kritisch durven te bevragen.” Regelmatig kwam Jooske met dat team op de plek der moeite terecht. “Dan moet je als leidinggevende óók open zijn, je kwetsbaar durven opstellen en het gesprek aangaan, ook als het moeilijk is. Daarbij is het bovendien goed om je te omringen met mensen die expertise hebben, en je te focussen op je eigen toegevoegde waarde.”

Weg belangrijker dan doel
Jooske weet als leidinggevende heel goed “het kastje bij de muur te houden” door mensen goed te positioneren. Met een helder, gezamenlijk doel voor ogen. “Samen bepaal je de weg die je daar naartoe brengt”, aldus Jooske. “En juist daardoor hebben docenten, praktijkopleider en werkbegeleiders veel geleerd van en met elkaar. De weg is uiteindelijk dan ook veel belangrijker dan het doel.”

Het Proeftuinen project gaf het projectteam af en toe ook wat frustratie, geeft Jooske aan. “Het is continu leren, en om dat te kunnen doen, moet je met elkaar in gesprek blijven: hoe werkt het aannameproces? Welke studenten heb je in de Proeftuinen? Hoe werkt een didactisch concept als ‘onderdompelen’? Je moet samen blijven optrekken om te bepalen waar je staat en wat de volgende stap moet zijn.”

Verbinding
Om het leren in haar twee teams – in Zaandam en in Purmerend –te bevorderen, heeft Jooske er veel aan gedaan om de teams samen te brengen en te verbinden. Zodat ze van en met elkaar kunnen leren, zowel inhoudelijk als qua manier van werken. Jooske: “Als eerste hebben we opleidingsgroepen ingesteld, waarin docenten zijn geclusterd naar de opleidingsrichting waarin ze hebben lesgegeven, bijvoorbeeld de opleiding Verpleegkundige. Een opleidingsgroep kijkt naar hoe het onderwijs eruit moet zien, wie welke expertise heeft en wie het beste welke vakken kan geven. Daarnaast organiseren we vier keer per jaar een gezamenlijke studiedag om echt te verbinden. We bespreken wat goed gaat, vieren die successen en kijken hoe we ze verder kunnen uitbouwen.”

Lessen geleerd
Terugkijkend ziet Jooske dat de teams veel lessen hebben geleerd uit de Proeftuinen. “Zo zijn we bijvoorbeeld direct met elkaar in gesprek gegaan over de docenten, het modulair onderwijs en de leercultuur. Alleen hebben we de samenwerking met de zorgorganisatie uiteindelijk te weinig op bestuurlijk niveau afgestemd. We hebben onvoldoende stilgestaan bij wie welke rol en pet op heeft, en wie waar precies verantwoordelijk voor is.”

Ook was het voor de onderwijsexperts, docenten, praktijkopleider en leercoaches nog best lastig om dezelfde taal te spreken. “Dit betekent dat je uitgangspunten en vervolgstappen dus goed met elkaar moet afstemmen”, geeft Jooske aan. “Is de opdracht voor iedereen helder? Hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen? Om maar een paar zaken te noemen.”

Tot slot werd duidelijk dat niet iedere docent geschikt is voor een proces van continu leren. Zo moet je om te beginnen behoorlijk flexibel zijn om steeds mee te kunnen bewegen met je omgeving. Ook moet je kunnen coachen en begeleiden, en je kwetsbaar durven opstellen. Je moet kunnen aangeven dat je een expertise niet hebt, hiervoor anderen durven inzetten en om hulp vragen. Ook een gezonde nieuwsgierigheid is een basisvereiste en de bereidheid om je digitale vaardigheden te ontwikkelen. “Maar het allerbelangrijkste is dat je zelf lerend wilt zijn en daar ook open voor staat,” sluit Jooske af.

Stimuleren en ondersteunen
Volgens Jooske gaat de rol van docent dus volledig veranderen. “Het is aan ons als leidinggevenden om docenten te stimuleren en samen te kijken naar wat ze hierin nog te doen hebben. Ook ondersteuning bij de samenwerking met het werkveld is nodig. Om het praktijkleren verder te verbeteren is het tenslotte nodig om die samenwerking verder te versterken. Die sterke samenwerking moeten we samen tot stand brengen, dus laten we vooral van onze kant laten zien dat we dit op een gelijkwaardige manier willen doen. We hebben tenslotte allemaal de nodige expertise in te brengen.”